Een van de meest bijzondere geschiedenissen in de motorrijwielwereld is de ‘Ariel legende’. Zelfs nadat deze motoren sinds 1965 niet meer worden gemaakt, is het merk nog altijd welbekend door de gehele wereld, mede door hun schitterende Ariel 4-cylinder (Square Four), een model dat kenners van klassieke motorfietsen beschouwen als een exemplaar van onvergelijkbare status. De maatschappij heeft ook een benijdenswaardige aantal records in wedstrijdevenementen. De schitterende Ariel 1-cilinder machines wonnen vele trials voor en na de oorlogse dagen.
Het merk Ariel is opgericht door James Starley en William Hillman in 1870, die fietsen maakten en die ook het eerst gepatenteerde draadspaakwiel introduceerden. Dit gebeurde in samenwerking met de Westwood manufacturing in 1896.
In 1898 werd er een 2,5 pk tricycle gemaakt met een De Dion motor voor de achteras wat de stabiliteit ten goede kwam. De Dion Bouton bouwde ook een trike, maar daar stond de motor achter de achteras wat acceleratie erg bemoeilijkte. Ook heeft de firma nog Quadra cycle’s gemaakt waarvan men de voorkant met de voorwielen kon verwijderen en er een voorkant van een tricycle kon aanzetten. De eerste tweewieler kwam in 1901 en er werden lichte Minerva motoren van 211 cc en 1,5 pk gebruikt voor aandrijving. Deze moesten spoedig plaatsmaken voor zwaardere typen. Door omstandigheden werden deze pas in 1902 uitgebracht.
In 1902 werd Ariel overgenomen door de Schot Charles Sangster en zijn familie, die ook al geruime tijd fietsen maakten. Gedurende de volgende periode werkte Sangster hard om de Ariel motor betrouwbaar te maken. In 1904 werd er een motor gebruikt welke de nokkenas achter de cilinder had, deze werd aangedreven door een wormaandrijving van de krukas. De motor bezat de eigenschap dat men hem moest aanfietsen, ook had deze motor een atmosferische inlaatklep (het zogenaamde snuffelventiel) en had het frame geen vering. Voor de aandrijving gebruikte men een riem welke rechtstreeks van de krukas poelie naar een schijf in het achterwiel liep. De eerste fabriek stond in Bournbrook, Birmingham.
De firma die in 1902 toen ‘Component Limited’ heette had twee divisie’s: ‘Ariel Cycle Company’ en ‘Ariel Motor Company’ The Cycle divisie concentreerde zich op motorrijwielen, tricycles, en Quadracycles. De Motor compagnie concentreerde zich op auto’s. De eerste Ariel auto dateert van 1902, en was uitgevoerd met een twee cylinder motor van 10 PK. Ariel motorcycle compagnie bouwde tussen 1902 en 1916 700 auto’s. In 1905 had hij genoeg vertrouwen om aan een race deel te nemen, een afvalrace op het eiland Man, waar de motoren werden uitgezocht, geschikt voor deelname aan de Gordon Benett race in Frankrijk. De winnaar van deze afvalrace werd een 6 pk Twee cilinder Ariel in V vorm, met een gemiddelde snelheid van 42 mijl per uur. Deze Twin woog slechts 110 Engelse pond, de machine werd bijzonder zwaar afgerost in de grote race op het vasteland van Europa.
In 1906 maakte de maatschappij een nieuwe 1-cilinder, welke mechanische bediende zijkleppen, batterij ontsteking en een verende voorvork had. Een jaar daarna werd magneet ontsteking toegepast. Deze modellen liepen tot 1910. Hierna werd een totaal andere motor gebruikt van het fabrikaat White en Poppe. Een 550 cc zijklepper met riemaandrijving en een variabele poelie op de krukas welke te bedienen was door middel van een handel op het stuur. In 1912 kreeg deze stamper 2 versnellingen in de achternaaf. In 1913 werd dit weer veranderd in een drieversnellingsbak met riemaandrijving. Dit model bleek een bijzonder succesvol ontwerp te zijn en Ariel won telkens prijzen, zowel van Engelse als Schotse zesdaagse trials.
Sangster ontwikkelde hierna ook nog een drie versnelling twee tact 1-cilinder genaamd de ‘Ariette’, maar deze is nooit in productie gekomen omdat door de Eerste Wereldoorlog de fabriek werd ingeschakeld voor oorlogsproductie. De firma experimenteerde ook met een geveerd frame met een driehoeks constructie onder het zadel en met schroefveren. Dit werd niks en spoedig afgedankt zijnde te kostbaar en niet praktisch. Ook ontwikkelde men in 1914 een 600 cc V twin met een King Abbinton motor welke in 1916 vergroot werd tot 800 cc.
Na de Eerste Wereldoorlog nam de zoon van Charles: Jack Sangster het roer over. Deze ontwikkelde zijn eigen flat twin lucht gekoelde auto. De range van de motorfietsen groeide na de eerste wereldoorlog inclusief de 586 en 992 motoren tot 1925. Toen kwam Val Page bij het bedrijf en ontwikkelde een nieuwe range motoren met een zadeltank.
In 1930 raakte de firma in grote financiële moeilijkheden en sloot de fabriek voor een korte tijd voor een reorganisatie. Men kwam terug met een grote klapper: de productie van de beroemde Ariel ’Square Four’ motor, ontworpen door Edward Turner. Deze viercilinder bepaalde van 1931 tot 1958 een belangrijk deel van de productie, evenals de befaamde ‘Red Hunter’. Ariel werkte ook aan verschillende projecten voor de Tweede Wereldoorlog.
De firma werd in 1944 verkocht aan de B.S.A fabrieken. Na de oorlog ontwierp Val Page de 500 KH/KG een parallel Twin. Ook de productie van de 350 en 500 1-cilinders alsmede de Square-Four werden weer opgestart, alsmede een 600 1cil-zijklep zijspan machine. In 1946 kwam men met een telescoopvork. In 1954 kwam de 650 cc tweecilinder de gelederen versterken. Ook de 2-cilinder tweetact was een Val Page ontwerp; helaas een verkoopflop. In 1961 werd het body werk verwijderd, zo ontstond de sportievere ‘Arrow’ en later de ‘Golden Arrow Super Sport’ van 20 pk. De viertakt productie werd gestopt in 1959.
In 1963 sloot B.S.A de Fabriek in Selly Oak en verhuisde de productie naar Small Heath, hier werd de 50cc ‘Pixie’ gebouwd die, zoals de ‘Leader’ en de ‘Arrow’, een geperst stalen frame had en een soort Earless voorvork. Men produceerde de ‘Pixie’ tot 1967. In 1970 produceerde men nog een tweetact trike onder de naam ‘Ariel 3’, helaas ook een verkoopflop. Frappant is dat het merk ‘Ariel’ dus begon met de productie met een trike en ook eindigde hiermee. In 1965 werd er definitief gestopt met de productie van Ariels.
Zie voor een overzicht van types: ‘Ariel Motoren’ > ‘Historie’ > ‘Modellen in beeld’
Zie ook achtergrond info op Wikipedia
En kijk ook eens deze documentaire op Youtube (Engelstalig).
Willem Molenaar,
Technisch adviseur & Naslag